Oslo > Longyearbyen

Maandag 18 november 2024 - Dag 2
Vandaag gaat de reis écht beginnen, we vliegen van Oslo naar Spitsbergen!

Na het ontbijt rijden we met de shuttlebus terug naar het vliegveld. Het is een prachtige, frisse (-2), zonnige en heldere ochtend en de zon komt net op. Het is de laatste zonsopgang die we de komende week zullen zien.
Stacks Image 35
Op het vliegveld checken we in voor de 2 uur en 40 minuten durende vlucht naar Longyearbyen. We moeten naar een gate voor internationale vluchten maar als we bij de Tax Free nog even wat snacks willen kopen wordt dit geweigerd: we gaan op een nationale vlucht en dan mag je geen Tax Free producten kopen. Verwarrend, ook al omdat we wel meerdere malen ons paspoort moeten laten zien.
Als we aan de koffie zitten voegt de laatste mede-reiziger, Helmich zich bij ons. Hij woont in de buurt van Trondheim en is vanochtend naar Oslo gevlogen voor de vlucht naar Longyearbyen. We zijn dus compleet!

Zoals gezegd bestaat de groep uit acht personen: de zussen Anneke en Nienke, Bas en Brigitte, Helmich, Marjan en wij. Ze komen uit verschillende plekken in Nederland maar grappig genoeg hebben ze allemaal een link met Groningen.

We moeten nog een half uurtje wachten voor we kunnen boarden en zoeken dan onze plekken achterin het vliegtuig. Er zijn nog aardig wat lege stoelen, ook die naast ons is leeg. Om precies 5 over 11 vertrekken we.
Eerst maar eens wat weetjes over Svalbard, wat in het oud Noors “koude rand” of “koude kust” betekent (“sval” betekent koud en “bard” betekent rand).

Svalbard en Spitsbergen worden door elkaar gebruikt maar Svalbard is de officiële naam van de hele eilandengroep, Spitsbergen is het grootste eiland binnen de Svalbard-archipel. Wij Nederlanders gebruiken de naam Spitsbergen omdat dit historisch zo gegroeid is.

De sinds 1925 officieel tot Noorwegen behorende arctische eilandengroep is in 1596 eigenlijk bij toeval ontdekt door Willem Barentsz, Jan Cornelisz Rijp en Jacob van Heemskerck. De naam Spitsbergen is door Barentsz gegeven vanwege de hier en daar zeer spitse bergen. Ik gebruik vanaf nu ook de naam Spitsbergen.

Spitsbergen is twee keer zo groot als Nederland, bestaat bijna volledig uit ongerepte natuur (65% van het land en 86% van het water is beschermd) en voor meer dan de helft uit gletsjers en ligt op ongeveer 1000 kilometer van de noordpool. Dit is waarschijnlijk ook het meest noordelijke dat we ooit zullen komen.
Stacks Image 17
Spitsbergen staat bekend om zijn ruige landschappen, gletsjers, fjorden en rijke Arctische fauna, waaronder ijsberen, rendieren en walrussen. De bevolking is klein en woont voornamelijk in de grootste nederzetting, Longyearbyen, waar ook het vliegveld ligt waar we vandaag naartoe vliegen. De eilanden hebben een unieke juridische en politieke status onder het Spitsbergenverdrag, dat burgers van elk ondertekend land toestaat om er te wonen en werken.
De vraag die bij jullie zal opkomen is misschien waarom we in vredesnaam in het donkere seizoen (daarover verderop meer) gaan en niet wanneer het (in ieder geval een groot deel van de dag) licht is. Je ziet toch veel meer in het licht? Dat klopt, maar wat je niet ziet in de zomer is het noorderlicht. En dat is dan ook de belangrijkste reden. Maar daarvan zijn we 100% afhankelijk van moeder natuur dus de kans is zeer aanwezig dat we geen sprankje kleur aan de hemel gaan zien. Mogelijk zien jullie in Nederland zelfs meer noorderlicht dan wij in deze periode!

En wat zullen we in deze week, waar het ook wat rustiger is op Spitsbergen qua toerisme, zien aan dieren? Welke dieren zijn hier in de winter? Maar we zijn bijvoorbeeld ook benieuwd wat het met je doet, een week in het donker. Hoe donker is donker hier nou echt?

Want wat is het donkere seizoen nou eigenlijk? En zijn het donkere seizoen en de poolnacht niet precies hetzelfde? Nee, dat zijn ze niet. Het onderscheid tussen de twee ligt in hoe ver de zon onder de horizon zakt, en daardoor hoe donker het daadwerkelijk wordt.

Het begin en einde van het donkere seizoen in Svalbard lijken sterk op dat van het vasteland van Noorwegen. De zon blijft gedurende de dag onder de horizon. Toch zijn er vaak nog schemermomenten, met prachtig blauw getinte landschappen en pastelkleurige luchten wanneer de zon haar hoogste punt bereikt. Dat gaan wij dus niet zien.

Het donkere seizoen is korter nabij de poolcirkel en wordt langer naarmate je dichter bij de Noordpool komt. Aangezien Svalbard zich tussen het vasteland van Noorwegen en de Noordpool bevindt, heeft Svalbard het langste donkere seizoen van Noorwegen. In Tromsø duurt het donkere seizoen 49 dagen, terwijl het in Longyearbyen maar liefst 113 dagen aanhoudt.

Dat is dus het donkere seizoen. Maar omdat Svalbard zo ver naar het noorden ligt, ervaren we hier óók de poolnacht. De poolnacht treedt op boven 72°34' noorderbreedte en vindt plaats wanneer de zon niet hoger komt dan 6 graden onder de horizon. Op Svalbard duurt de poolnacht van ongeveer 14 november tot 29 januari en staat bekend als de "Civil Polar Night" (Burgerlijke Poolnacht, een term uit de astronomie). Dit betekent dat er ondanks de ogenschijnlijk eindeloze duisternis rond het middaguur nog een lichte schemering aan de horizon te zien is. Toch voelt het tijdens de poolnacht alsof het de hele dag volledig donker is, vooral omdat de bergen de horizon aan het oog onttrekken. Er is nog wel voldoende diffuus licht om buitenactiviteiten te kunnen ondernemen zoals wandelen en fotograferen. En dat zullen we volop gaan doen.

Terug naar de vlucht. Het duurt niet lang voordat de groene bossen plaatsmaken voor witte bergtoppen en vlaktes.
Stacks Image 47
Een tijdlang vliegen we langs de grens met Zweden, waarna we Noorwegen oversteken en over de Lofoten vliegen. Het vasteland maakt dan definitief plaats voor het water van de Noorse zee. Het is 12:38 en het begint al licht te schemeren.

In de anderhalf uur die volgen wordt het langzaam donkerder tot het volledig donker is. Alleen in de verte zien we nog een staartje licht.

Na lang boven water te hebben gevlogen zien we opeens weer land onder ons, en een eenzaam licht op een grote, witte vlakte. Het schijnt een Pools onderzoekskamp te zijn, helemaal in het zuiden van Svalbard.

Rond kwart voor twee zien we onder en even later naast ons bergen opdoemen.
Stacks Image 49
Stacks Image 53
Rond kwart voor twee zien we onder en even later naast ons bergen opdoemen. De landing is ingezet en om precies één minuut voor twee landen we op het in 1975 in gebruik genomen Svalbard Lufthavn Longyearbyen, het meest noordelijke vliegveld ter wereld, op ongeveer 78,2° noorderbreedte.
Stacks Image 59
Stacks Image 55
Het is -10 graden. De temperaturen verschillen een graadje of 22 met Nederland: we kunnen de komende dagen tot -18 verwachten, waarbij de gevoelstemperatuur nog lager kan liggen.
Stacks Image 29
Eenmaal in de aankomsthal krijgen we een verrassing: we zien de eerste ijsbeer! ;-)
Stacks Image 61
Stacks Image 137
De bagage is er al snel, de shuttlebus staat buiten al te wachten en om drie uur worden we afgezet bij ons hotel. We verblijven in boetiekhotel Funken Lodge. Het hotel werd oorspronkelijk gebouwd in 1947 en diende ooit als huisvesting voor medewerkers van de Store Norske Spitsbergen Coal Company. In 2018 heeft het een complete renovatie ondergaan maar het heeft zijn historische charme zeker behouden.

Het is een 5-sterren hotel en uit betrouwbare bron vernemen we dat Tom Cruise voor de opnames van Mission Impossible 8 in het hotel verbleef…
Stacks Image 63
Longyearbyen lijkt op het eerste gezicht een normaal en gezellig dorp met 2.000 inwoners op het eiland Svalbard, gebouwd rond koolmijnen. Maar wonen in het meest noordelijke dorp ter wereld is verre van aangenaam. Het klimaat is het hele jaar door koud, met 24 uur per dag daglicht in de zomer en lange poolnachten in de winter en de ijzige kou, met een gemiddelde temperatuur van -17 graden in februari.

De naam Longyearbyen klinkt niet erg Noors (en ook niet Nederlands, de afkomst van de ontdekkers in acht nemend). Het dorp dankt zijn naam aan John Monroe Longyear, de Amerikaanse ondernemer die in 1906 de Arctic Coal Company startte voor de winning van steenkool, iets wat trouwens door o.a.de zware weersomstandigheden nooit voor gouden bergen heeft gezorgd. Het tweede deel van de naam, byen, is wel Noors en betekent de stad.

Wie terminaal ziek is in Longyearbyen, wordt naar het vasteland gevlogen om daar zijn of haar laatste dagen te beleven. Daar is een goede reden voor: sinds de jaren 50 is sterven verboden in het dorp. Het is er natuurlijk niet letterlijk verboden, maar er geldt wel een uniek verbod op het begraven van overledenen op de eilanden. Dit heeft te maken met de extreme kou en de permafrost in de bodem, die lichamen vrijwel intact houdt en voorkomt dat ze ontbinden. De bevroren lichamen kunnen ziektes, zoals de Spaanse griep, potentieel in stand houden en verspreiden. Recent onderzoek toonde aan dat de Spaanse griep uit 1918 nog steeds aanwezig is in de elf lichamen die toen stierven.

Niet alleen dat maakt Longyearbyen bijzonder. Wie het dorp verlaat moet een geweer bij zich hebben vanwege het omringende gebied met 3.000 beren (er zijn dus meer ijsberen dan inwoners op Spitsbergen). Alcohol is toegestaan maar beperkt; elke inwoner mag per maand maximaal 24 blikjes bier, twee flessen whisky en een halve fles wijn consumeren. Katten zijn verboden, en het is ook niet toegestaan om je schoenen aan te houden bij het betreden van gebouwen.

Dat geldt ook voor ons hotel. In de hal moeten we onze schoenen uit doen en in de locker-ruimte kunnen we deze omwisselen voor een paar warme sloffen. De receptie is op de eerste etage en daar worden we hartelijk ontvangen met een glaasje pina colada (héééél toepasselijk bij -10!)
Stacks Image 68
Stacks Image 70
De kamer waar we de komende week zullen verblijven is betrekkelijk klein maar luxe en van alle gemakken voorzien. We zouden eigenlijk hier niet logeren, maar in het verder bij de rand van het dorp gelegen Coalminers motel. Maar omdat er verbouwd zou gaan worden (of omdat er daar te weinig boekingen waren, het is per slot van rekening laagseizoen) zijn we geüpgraded naar Funken Lodge, wat tot dezelfde groep behoort. Coalminers zou voor ons als poollicht jagers meer geschikt zijn geweest omdat we binnen een paar minuten lopen uit het dorp en weg van de lantaarnpalen geweest zouden zijn. Gelukkig ligt er ook vlak naast Funken een donker stuk waar we snel kunnen komen.
Stacks Image 77
Stacks Image 79
Omdat er toch wat activiteit voorspeld wordt lopen we om vier uur naar de rand van het dorp, een wandeling van 1,5 kilometer. Het is behoorlijk ijzig op de weg, daarom dragen we spikes onder onze schoenen. Ook hebben we reflecterende hesjes aan omdat we veel langs de kant van de weg zullen lopen.
Stacks Image 87
Stacks Image 85
In de lucht voor ons is inmiddels wat heel licht fotografisch noorderlicht te zien.
Stacks Image 83
Na ongeveer een half uur lopen komen we aan bij de rand van het dorp. Hier mogen we niet verder lopen zonder bewapende gids en dat wordt middels dit bord duidelijk gemaakt:
Stacks Image 91
Stacks Image 116
Net voor het bord zetten we onze statieven op: het wordt tijd om te oefenen met het maken van foto's. Het waait niet heel hard maar toch voelt het ijskoud aan, het is zo'n -19. Het is nog echt even worstelen met werkelijk álles. Want op de foto lijkt het allemaal wel heel licht, in werkelijkheid is het pikkedonker. Echt pikkedonker. Dus je hebt soms een lampje nodig om het juiste knopje op je camera te vinden (ken uw gear…). Soms moeten de handschoenen uit, maar je vingers voelen binnen een minuut aan als ijsklompjes. Je ogen tranen, de bril beslaat en de foto's zijn verre van scherp. Na een uur houden we het voor gezien. Het was een goede en ook noodzakelijke generale repetitie.

Maar natuurlijk gaan we nog wel even met het ijsbeerbord op de foto!
Stacks Image 103
Stacks Image 101
We wandelen terug naar het hotel waar we onze spullen naar de kamer brengen en lopen door naar het centrum, waar we even wat boodschappen in doen voor de lunch morgen. Bij de ingang van de Svalbardbuttiken hebben we ook even een WTF-momentje: het is niet toegestaan om je wapen mee naar binnen te nemen. Eh, duh!
Stacks Image 110
Stacks Image 112
Stacks Image 118
We gaan eten in restaurant Stationen. Het is er gezellig en warm, en het eten is heerlijk. Wanneer we aan het natafelen zijn gaat het opeens toch nog een beetje los met het noorderlicht, dus gauw de jassen aan en de spikes onder en naar buiten. Met het oog is het een beetje te zien, maar fotografisch zeker! Het is een mooie opmaat naar hopelijk meer.
Stacks Image 120
Stacks Image 97
Stacks Image 122
Wanneer we teruglopen naar het hotel zien we pal naast ons opeens een eenzaam rendier. Ze is niet bang voor ons en schraapt met haar hoef de sneeuw opzij op zoek naar een hapje mos.
Stacks Image 128
Stacks Image 126
Na een paar minuten laten we haar met rust en vervolgen we onze weg naar het hotel waar we elkaar welterusten wensen. We hebben afgesproken dat Marjan ons wakker mag maken als er vannacht noorderlicht is. Maar de eerste uren op Spitsbergen waren al meer dan geweldig!