Longyearbyen
Donderdag 21 november 2024 - Dag 5
Deze ochtend gaan we weer met Odd Christian op pad. Wanneer we om 10:00 uur de lodge uitlopen sneeuwt het licht. Noorderlicht hoeven we vanwege de bewolking dus waarschijnlijk niet te verwachten.
We voelen ons na de inspanning van gisteren verbazingwekkend goed. We zijn wat vermoeider dan normaal maar we hebben nauwelijks spierpijn.
Vandaag rijden we naar het westen van Spitsbergen, richting de zee. Dit is gebied waar je zonder begeleiding niet mag komen. Onze eerste stop is een stukje de berg op, vanaf waar we een mooi uitzicht hebben over Longyearbyen.
We voelen ons na de inspanning van gisteren verbazingwekkend goed. We zijn wat vermoeider dan normaal maar we hebben nauwelijks spierpijn.
Vandaag rijden we naar het westen van Spitsbergen, richting de zee. Dit is gebied waar je zonder begeleiding niet mag komen. Onze eerste stop is een stukje de berg op, vanaf waar we een mooi uitzicht hebben over Longyearbyen.
We praten een tijdje met Odd Christian, onze begeleider en chauffeur. Hij is 10 jaar lang F-16 piloot geweest bij de Noorse luchtmacht. Daarna is hij bij de SAS gaan werken als piloot en omdat hij iets anders wilde is hij eerder met pensioen gegaan en rijdt hij nu o.a. toeristen rond op Spitsbergen. Wat een carrière…
Wanneer we weer naar beneden rijden passeren we het kleine kerkhof van Longyearbyen. Het kerkhof dateert uit de vroege 20e eeuw, de tijd waarin Spitsbergen een opkomende mijnbouwgemeenschap was. Veel van de eerste bewoners waren arbeiders die onder zware omstandigheden leefden en werkten.
Op de oude begraafplaats rusten nog enkele mensen, waaronder slachtoffers van de Spaanse griepepidemie van 1918. De lichamen van deze slachtoffers zijn door het koude klimaat buitengewoon goed geconserveerd en hebben zelfs nog sporen van het virus, wat ook bijdraagt aan de restricties rondom begravingen.
Wanneer we weer naar beneden rijden passeren we het kleine kerkhof van Longyearbyen. Het kerkhof dateert uit de vroege 20e eeuw, de tijd waarin Spitsbergen een opkomende mijnbouwgemeenschap was. Veel van de eerste bewoners waren arbeiders die onder zware omstandigheden leefden en werkten.
Op de oude begraafplaats rusten nog enkele mensen, waaronder slachtoffers van de Spaanse griepepidemie van 1918. De lichamen van deze slachtoffers zijn door het koude klimaat buitengewoon goed geconserveerd en hebben zelfs nog sporen van het virus, wat ook bijdraagt aan de restricties rondom begravingen.
We rijden verder naar het zuidwesten, richting Bjorndalen (Beerdal). Hier komen we langs het huis van Cecilia Blomdahl, een zweedse Youtuber en schrijfster. Zij woont sinds drie jaar met haar man op Svalbard en post wekelijks haar avonturen op YouTube: https://www.youtube.com/@CeciliaBlomdahl
Een honderdtal meters verder stoppen we. De weg is simpelweg te glad geworden om verantwoord door te kunnen rijden. Het laatste stuk tot aan de bocht, ongeveer 1,5 kilometer, gaan we te voet (met spikes).
Odd Christian vertelt dat men de deuren van de voertuigen hier normaliter open laat, als er een ijsbeer is kan je snel een auto in vluchten.
Een honderdtal meters verder stoppen we. De weg is simpelweg te glad geworden om verantwoord door te kunnen rijden. Het laatste stuk tot aan de bocht, ongeveer 1,5 kilometer, gaan we te voet (met spikes).
Odd Christian vertelt dat men de deuren van de voertuigen hier normaliter open laat, als er een ijsbeer is kan je snel een auto in vluchten.
De foto hieronder geeft een goed beeld van hoe glad de weg is, de lampen van het naast de weg gelegen huis weerspiegelen in het ijs.
Op de heenweg zien we een kudde rendieren, helaas nog geen poolvossen, er zou hier wel een paartje moeten zitten, waarvan het mannetje erg nieuwsgierig en benaderbaar is. Het vrouwtje is aanzienlijk schuwer.
Zoek de rendieren… (het zijn er vier)
In de verte, (de twee lichten rechtsboven op de foto), zien we Barentsburg liggen.
Barentsburg is de op één na grootste nederzetting op Spitsbergen en ligt ongeveer 60 kilometer ten zuidwesten van Longyearbyen aan de kust van de Isfjord. De nederzetting werd in 1920 gesticht door Nederlanders, maar in 1932 verkocht aan de Sovjet-Unie en staat bekend om zijn unieke Sovjet-architectuur en -sfeer, met een standbeelden van Lenin (het noordelijkste standbeeld van Lenin ter wereld), oude propagandaleuzen en klassieke gebouwen. Dit contrasteert sterk met het moderne Noorse karakter van Longyearbyen.
De bevolking bestaat voornamelijk uit Russen en Oekraïners, en enkele andere nationaliteiten. De nederzetting heeft ongeveer 400–500 inwoners, afhankelijk van de vraag naar arbeidskrachten in de mijn. Vanwege de oorlog is de situatie daar momenteel politiek gezien erg complex.
Het leven in Barentsburg draait grotendeels om de mijnbouw en de gemeenschappelijke faciliteiten die voor de inwoners zijn opgezet. Het heeft een eigen school, ziekenhuis, sportcentrum, en zelfs een museum. Ook heeft het een eigen microbrouwerij.
Barentsburg is alleen bereikbaar via boot, sneeuwscooter of helikopter. Er zijn geen wegen die de nederzetting verbinden met andere plaatsen op Spitsbergen.
We blijven een half uurtje op de hoek staan om te fotograferen. Het gebrek aan licht maakt dat het landschap er zwart/wit uitziet, er is (buiten de lampen, het geel en oranje van onze hesjes en het bruin van de rendieren) geen enkele kleur waarneembaar. Het is dramatisch en adembenemend mooi.
Barentsburg is de op één na grootste nederzetting op Spitsbergen en ligt ongeveer 60 kilometer ten zuidwesten van Longyearbyen aan de kust van de Isfjord. De nederzetting werd in 1920 gesticht door Nederlanders, maar in 1932 verkocht aan de Sovjet-Unie en staat bekend om zijn unieke Sovjet-architectuur en -sfeer, met een standbeelden van Lenin (het noordelijkste standbeeld van Lenin ter wereld), oude propagandaleuzen en klassieke gebouwen. Dit contrasteert sterk met het moderne Noorse karakter van Longyearbyen.
De bevolking bestaat voornamelijk uit Russen en Oekraïners, en enkele andere nationaliteiten. De nederzetting heeft ongeveer 400–500 inwoners, afhankelijk van de vraag naar arbeidskrachten in de mijn. Vanwege de oorlog is de situatie daar momenteel politiek gezien erg complex.
Het leven in Barentsburg draait grotendeels om de mijnbouw en de gemeenschappelijke faciliteiten die voor de inwoners zijn opgezet. Het heeft een eigen school, ziekenhuis, sportcentrum, en zelfs een museum. Ook heeft het een eigen microbrouwerij.
Barentsburg is alleen bereikbaar via boot, sneeuwscooter of helikopter. Er zijn geen wegen die de nederzetting verbinden met andere plaatsen op Spitsbergen.
We blijven een half uurtje op de hoek staan om te fotograferen. Het gebrek aan licht maakt dat het landschap er zwart/wit uitziet, er is (buiten de lampen, het geel en oranje van onze hesjes en het bruin van de rendieren) geen enkele kleur waarneembaar. Het is dramatisch en adembenemend mooi.
Het wordt tijd om terug te schuifelen naar de bus. Daar aangekomen haalt Odd Christian de patronen weer uit zijn geweer en schenkt daarna de heerlijk zoete solbærsirop (bramensiroop) in die we de afgelopen twee keer ook hebben gedronken. Er gaat daarvan een flesje mee naar Nederland…
Door een vertrekkende auto krijgen we nog een mooi plaatje voor de lens: de schaduwen van een kudde rendieren tegen het licht van de koplampen in. Op de foto is het slecht te zien, maar het sneeuwt inmiddels aardig. (Overigens is dat niets in vergelijking met de 10cm sneeuw die er op dit moment in Groningen valt!)
Terug in het hotel hebben we een paar uurtjes 'vrij'. Kort lijkt het erop alsof we toch nog even wat noorderlicht krijgen maar dat blijkt in ieder geval door de bewolking niet te zien.
Om half vijf wandelen we naar restaurant Kroa. In tegenstelling tot gisteren is de trek weer helemaal terug en besluit ik te gaan voor een elandburger (when in Rome…) met zoete aardappel frietjes.
We gaan vanavond op pad met de Snowcat, een rupsvoertuig. We zullen een aantal stops maken en de rit besluiten met een warm drankje in een hut.
Om half vijf wandelen we naar restaurant Kroa. In tegenstelling tot gisteren is de trek weer helemaal terug en besluit ik te gaan voor een elandburger (when in Rome…) met zoete aardappel frietjes.
We gaan vanavond op pad met de Snowcat, een rupsvoertuig. We zullen een aantal stops maken en de rit besluiten met een warm drankje in een hut.
De eerste stop is bij hét ijsbeerbord van Spitsbergen, die met "Gelder hele Svalbard" (geldt voor heel Spitsbergen) eronder. Daar maken we dan ook even een groepsfoto. En ook gaan we er zelf nog even mee op de foto. We zullen hier waarschijnlijk niet zo snel weer komen.
De volgende stop is bij de resten van een in 1942 neergestort vliegtuig. Op 14 september vertrok de Junkers Ju-88D-1 0881203 bommenwerper, nummer 4N+EH, vanuit Banak met als doel het Sovjet vrachtschip A.Marti te bombarderen.
De vliegtuigbemanning bestond uit Feldwebel Gerhard Kunert (piloot), luitenant Hans Krüger (navigator), Unteroffizier Fritz Sundergeld (radio-operator) en Unteroffizier Georg Lechner (schutter). Tijdens de aanval raakte de bommenwerper beschadigd en moest hij landen op Spitsbergen.
Het vliegtuig slaagde erin om op zijn buik te landen (zonder het landingsgestel te gebruiken) met uiteindelijk schade aan de linker motor, maar zonder gewonden onder de bemanning. Het was niet de beste plek om in de open lucht te blijven. Niet alleen vanwege de kou in dat gebied, maar ook vanwege de dreiging van ijsberen. Twee dagen later vond een Duitse Heinkel He-111 bommenwerper hen en liet een bericht achter dat ze naar het noorden moesten gaan in de richting van Sönak. Daar werden ze diezelfde dag opgehaald door diezelfde He-111.
Twaalf dagen later werd vliegtuig ernstig beschadigd tijdens een aanval door een geallieerde Catalina, dus werd het achtergelaten.
Op Spitsbergen is het verboden om voorwerpen van vóór 1946 mee te nemen, te beschadigen of te verplaatsen. Dit is vastgelegd in de Svalbard Environmental Protection Act, die gericht is op het beschermen van het unieke culturele en natuurlijke erfgoed van het eiland.
Het wrak is dus nooit weggehaald, maar zal ergens in de komende jaren meegesleurd worden door het water van de Adventelva, de rivier waarvan we nu in de bevroren en besneeuwde bedding staan.
De vliegtuigbemanning bestond uit Feldwebel Gerhard Kunert (piloot), luitenant Hans Krüger (navigator), Unteroffizier Fritz Sundergeld (radio-operator) en Unteroffizier Georg Lechner (schutter). Tijdens de aanval raakte de bommenwerper beschadigd en moest hij landen op Spitsbergen.
Het vliegtuig slaagde erin om op zijn buik te landen (zonder het landingsgestel te gebruiken) met uiteindelijk schade aan de linker motor, maar zonder gewonden onder de bemanning. Het was niet de beste plek om in de open lucht te blijven. Niet alleen vanwege de kou in dat gebied, maar ook vanwege de dreiging van ijsberen. Twee dagen later vond een Duitse Heinkel He-111 bommenwerper hen en liet een bericht achter dat ze naar het noorden moesten gaan in de richting van Sönak. Daar werden ze diezelfde dag opgehaald door diezelfde He-111.
Twaalf dagen later werd vliegtuig ernstig beschadigd tijdens een aanval door een geallieerde Catalina, dus werd het achtergelaten.
Op Spitsbergen is het verboden om voorwerpen van vóór 1946 mee te nemen, te beschadigen of te verplaatsen. Dit is vastgelegd in de Svalbard Environmental Protection Act, die gericht is op het beschermen van het unieke culturele en natuurlijke erfgoed van het eiland.
Het wrak is dus nooit weggehaald, maar zal ergens in de komende jaren meegesleurd worden door het water van de Adventelva, de rivier waarvan we nu in de bevroren en besneeuwde bedding staan.
Rechts achter het wrak zie je de goudkleurige dome van het oude Zeiss Observatorium. een Duits project dat werd gebouwd aan het begin van de 20e eeuw. Het diende als een wetenschappelijke faciliteit voor onderzoek naar geofysische verschijnselen en astronomie in de unieke omstandigheden van de hoge Arctische regio.
Johannes, de chauffeur van de Snowcat en onze gids heeft als volgende onderdeel een zoektocht naar rendieren op het programma staan. We vertellen hem maar niet dat we er deze paar dagen al tientallen gezien hebben…
De zoektocht is tevergeefs en we rijden door naar de laatste stop: een hutje op slee-ski's.
Johannes, de chauffeur van de Snowcat en onze gids heeft als volgende onderdeel een zoektocht naar rendieren op het programma staan. We vertellen hem maar niet dat we er deze paar dagen al tientallen gezien hebben…
De zoektocht is tevergeefs en we rijden door naar de laatste stop: een hutje op slee-ski's.
Johannes maakt een lekker vuurtje in de hut en ook hier krijgen we weer het overheerlijke solbærsirop.
Buiten is het bewolkt (dus geen noorderlicht) maar weer zo ontzettend prachtig:
Als de siroop op is en de foto's gemaakt zijn rijden we terug naar Longyearbyen. Het was een erg leuke tocht met de Snowcat, de eerste keer dat we in een rupsvoertuig zaten.
We wandelen de 1,5 kilometer terug naar ons hotel. Tijd om nog even aan de website te werken en dan gaan de luikjes voor vandaag dicht. De dagen gaan (zoals altijd als je het fijn hebt) véél te snel…
We wandelen de 1,5 kilometer terug naar ons hotel. Tijd om nog even aan de website te werken en dan gaan de luikjes voor vandaag dicht. De dagen gaan (zoals altijd als je het fijn hebt) véél te snel…